Verhit een braadpan (met dikke bodem) en smelt de braadboter er in. Snijd de sukadelappen in stukken (je kan ze ook gewoon heel laten als je liever lapjes serveert), en braad ze in de pan rondom bruin. Breng op smaak met de peper. Haal het vlees er nu even uit en laat de lapjes of stukjes even rusten. Bak ondertussen in het achtergebleven vet, de, in grove stukken gesneden uien en spekjes. Als de uien mooi zacht en glazig zijn voeg je het vlees (en de sappen) terug aan de pan. Voeg hier het bier en de bouillon aan toe.

Leg de takjes tijm, de kruidnagels en de laurierblaadjes er bovenop. Tip: prik de kruidnagels in de laurierblaadjes, zodat je ze later terug kan vinden. Een hap kruidnagel is namelijk écht niet lekker. Laat het gerecht nu op een hele lage stand sudderen met de pan van de deksel. Het gerecht moet namelijk flink indikken. Zo kan het vocht goed verdampen.

Snijd na twee uur de peperkoek in kleine blokjes en voeg deze toe aan het stoofvlees. Roer het geheel goed door (let op met het blaadje laurier, waar de kruidnagels inzitten) en laat het gerecht nu nog 2 à 3 uur staan. Roer het mengsel af en toe even goed door.

Haal ondertussen een lekkere portie frietjes of bak ze zelf, want dat is natuurlijk nog lekkerder. Je kunt stoofvlees natuurlijk ook goed serveren bij gebakken aardappelen of stamppot.

Serveer het stoofvlees als de stukken vlees bijna helemaal uit elkaar vallen. Dan is hij echt op z'n lekkerst. En eigenlijk moet je het vlees gewoon een dag van te voren maken. Dat is pas echt feest.